Parallelstudie-advies: Investeer in alternatieven

In oktober 2020 vroeg het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) advies aan het Nationaal Comité advies dierproevenbeleid (NCad) over parallelstudies. Hoe kunnen parallelstudies helpen om proefdiervrije modellen te verbeteren? Deze vraag was nog actueler geworden door de vele onderzoeken die er speelden door het coronavirus.

Drs. Wim de Leeuw en prof.dr. Pieter Roelfsema schreven een advies namens het NCad. Dr.ing. Bea Zoer ondersteunde hen vanuit het NCad-bureau. Volgens Wim de Leeuw worden er voor veel onderzoeken proefdiervrije modellen ontwikkeld. Helaas valt het daarna vaak stil. Daar zijn verschillende oorzaken voor. Met de aanbevelingen in dit advies hoopt hij dat dit positief verandert. Wim de Leeuw bespreekt drie belangrijke adviezen uit deze studie.

Vroeg contact met de beoordelaar

Voor de indiener van een dierproef moet duidelijk zijn welke eisen een beoordelaar stelt. Dit gesprek moet vroeg in het testtraject gebeuren. Vaak wordt er vanuit gegaan dat een dierproef nodig is. Door een gesprek in het beginstadium wordt duidelijk of onderzoek ook op een andere manier kan. Een indiener weet dan bijvoorbeeld of data uit proefdiervrije methoden ook geaccepteerd wordt.

Werk als overheid en bedrijfsleven beter samen

Het is belangrijk om te weten waarom bedrijven moeite hebben om proefdiervrije methodes te ontwikkelen. En waarom het lastig is om deze toe te passen. Het is nuttig om data van eerdere onderzoeken te delen. Deze data kan namelijk gebruikt worden voor andere onderzoeken in de toekomst. Daarnaast geeft de Europese Beoordelingsautoriteit (EMA) de mogelijkheid om de resultaten van proefdiervrije methodes aan te leveren. Indieners gebruiken deze mogelijkheid helaas nog te weinig.

Zorg voor voldoende financiering

Goed en breed onderzoek kan niet zonder voldoende financiële middelen. Gebrek aan financiering kan ervoor zorgen dat verdere ontwikkeling en goedkeuring van een ontwikkeld proefdiervrij model niet plaatsvindt. Daardoor wordt zo’n model uiteindelijk niet gebruikt. Ook voor deze noodzakelijke vervolgstappen moet voldoende geld zijn.

Dit zijn drie van de vele aanbevelingen die u in het advies leest. Er kunnen nog veel stappen gezet worden. We nodigen u daarom van harte uit om het hele advies door te lezen. Wilt u hierover met ons in gesprek? Mail dan naar ncad@rvo.nl. We zien uw reactie graag tegemoet.