Verslag van het 5e Harry Blom-beraad

Het uitvoeren van natuurlijk gedrag van het dier heeft invloed op de dierproef.

Het 5e Harry Blomberaad was weer goed bezocht. Ongeveer 150 mensen keken online mee en veel mensen keken het later terug. Judith Homberg, Oliver Stiedl en Martien Kas presenteerden samen een boeiend portret. Dit ging over het effect van het (wel of niet) kunnen uitoefenen van natuurlijk gedrag op experimenten met muizen. Alle sprekers kwamen uit de hoek van de neurobiologie. Dat kon je ook zien aan de voorbeelden die ze gaven.

Stress verminderen door kooiverrijking en metingen in de thuiskooi

Judith Homberg liet met een meta-analyse en een aantal experimenten zien dat kooiverrijking stress-gerelateerd gedrag vermindert. Ook kun je een proef zo inrichten dat een rat sneller taken leert (cognitieve taken verricht) in zijn thuiskooi. Dit kan door gebruik te maken van natuurlijk exploratiegedrag. Daardoor zijn voedselrestrictie of stroomschokjes niet meer nodig om het dier de proef te laten uitvoeren. Bovendien kun je dan ook metingen doen in de korte periode van adolescentie.

Sowieso kunnen veel metingen in de thuiskooi worden gedaan. Dat scheelt veel stress. En tenslotte kun je natuurlijk gedrag gebruiken om beter het ongerief te meten van een dier. Homberg deed haar onderzoek met ratten en vermoedt dat dit ook geldt voor muizen.

De geautomatiseerde thuiskooi-opstelling

Oliver Stiedl vergelijkt de manier waarop wij dierproeven doen met standaard huisvesting met het testen van een Ferrari in een garage. Natuurlijk gedrag is dynamisch en verandert door leeftijd en ervaring. Ervaren dieren reageren anders dan onervaren dieren. Standaard huisvesting betekent dat dieren minder ervaringen op kunnen doen tijdens hun ontwikkeling. Ze zijn ook vaker agressief door gebrek aan ruimte en dit heeft gevolgen. Er is weinig onderzoek gedaan naar de invloed van deze ‘arme’ kooien op uitkomsten van dierproeven.

Stiedl heeft een geautomatiseerde thuiskooi-opstelling ontwikkeld. Het experiment komt naar de muis toe en de muis bepaalt zelf wanneer en of hij deelneemt. Onnodige stressoren worden vermeden en bange muislijnen laten geen cognitieve defecten zien. Muizen leren snel op basis van eigen motivatie. Bovendien kan de muis zijn activiteit aanpassen aan zijn dag- en nachtritme. Deze opzet van testen zorgt wel voor grotere individuele variatie in de data. Hierdoor zijn er mogelijk meer dieren nodig.

Als data meer transleerbaar zijn en er meer data per dier verzameld kan worden, zijn er op de lange termijn minder proefdieren nodig. Stiedl is voor het beëindigen van kunstmatige experimenten zonder translationele waarde. Voor wetenschappelijke vooruitgang is het verbeteren van dierenwelzijn cruciaal. Dit kan door het inzetten van vervanging, vermindering en verfijning van dierproeven (3V).

De ontwikkeling van sociaal gedrag

Martien Kas kijkt naar de ontwikkeling van sociaal gedrag door het leven heen en de invloed daarvan op hersenziekten. In de ontwikkeling van dieren zitten gevoelige perioden. Zo heeft het sociale gedrag tijdens het vroege leven invloed op de hersenontwikkeling. Bijvoorbeeld tijdens sociale interacties met de moeder. Bij verschillende hersenziekten treedt vaak sociale terugtrekking op. Kas onderzoekt de biologische mechanismen die hier achter zitten aan de hand van proefdieren.

Het is belangrijk het (sociale) gedrag beter in kaart te brengen door op een natuurlijke manier te meten. Als het om sociale terugtrekking gaat, moet je geen stand alone testen doen. Het gaat om ecologische validiteit en translationaliteit. Bij mensen doe je dat met vragenlijsten of via de smartphone.

Zijn onderzoeksgroep ontwikkelt geautomatiseerde meetmethoden om dieren in de groep in een redelijk natuurlijke omgeving te volgen. Dit gebeurt 24 uur per dag en 7 dagen in de week. De onderzoeksgroep diende samen met onder andere de groep van Homberg is onlangs een grote subsidieaanvraag in. Naast proefdierdeskundigheid is er steeds innovatie nodig.

Monique Janssens en Leonie van Rijt aan het woord

Daarna volgde een geanimeerde discussie onder leiding van Monique Janssens (NCad) en Leonie van Rijt (IvD-Platform). De discussie ging over de vragen die via de chat gesteld werden. De vragen werden aangereikt via Daisy Dessens (IvD-Platform).

Het 5e Harry Blom-beraad was dus weer erg boeiend. Harry Blomberaden worden georganiseerd door het NCad samen met het IvD-Platform. Wil je hier de volgende keer (weer) bij zijn? Blijf op de hoogte met de nieuwsbrief van DALAS, het IvD-platform en met onze nieuwsbrief.